Positieve reacties op het werkatelier van 13 april
Wij kijken terug op een geslaagd werkatelier – samen met de opdrachtgevers die vooroplopen!
Samen met koplopers maken wij dit mogelijk
Wij kijken terug op een geslaagd werkatelier – samen met de opdrachtgevers die vooroplopen!
De Raad van State was er duidelijk over: de 'partiële vrijstelling bouw' is onwettig en vervalt. Op deze uitspraak werd gerekend door de kenners van het dossier, maar in het publieke debat wordt de urgentie om tot een emissieloze bouw te komen nu ook gevoeld. Om deze transitie te versnellen heeft stichting ENI besloten om de hulpmiddelen die de afgelopen 2 jaar door koplopers zijn ontwikkeld ook met andere partijen te delen. Daarom zijn nu zowel ons TCO tool als de Energiekeuzehulp publiekelijk beschikbaar.
Op 22 sep. 2022 kwamen ENI leden en opdrachtgevers uit de infra bijeen.
Wij kijken terug op een geslaagde Kennis en Netwerk dag van ENI. Ons eerste fysieke bijeenkomst sinds wij 2 jaar geleden zijn ontstaan bracht de juiste mensen bij elkaar! Gesprekken die ertoe deden werden gevoerd, open en eerlijk.
---- NU ONLINE -----
De maatschappelijke urgentie om snel emissieloos te kunnen werken is groot. Een groeiende groep opdrachtgevers heeft eerste ervaringen opgedaan, net als de marktpartijen die daaraan zijn gaan werken. Maar er zijn nog veel opdrachtgevers die hun eerste emissieloze projecten nog moeten aanbesteden of uitvoeren.
Om met name opdrachtgevers op weg te helpen met de geleerde lessen van de koplopers heeft ENI het initiatief genomen om dit document op te stellen. In een unieke samenwerking tussen koplopers vanuit de markt en vanuit opdrachtgevers zijn de meest gestelde vragen beantwoord die ons bereiken.
De NAL (Nationale Agenda Laadinfrastructuur) heeft samen met ENI en E-laad een nieuwe tool ontwikkeld voor opdrachtgevers zodat in een vroegstadium al een goede inschatting van de energiebehoefte gemaakt kan worden.
ENI heeft vanaf het begin een aantal projecten in de infra gevolgd die met emissieloos materieel aan de slag zijn gegaan. Pioniers van het eerste uur zou je kunnen zeggen. Nu hebben wij de projecten opnieuw bezocht en gekeken naar de geleerde lessen. Interessant overzicht voor aannemers, opdrachtgevers en andere betrokkenen.
We hebben veel nieuwe inzichten opgedaan, kennis gedeeld en vertaald naar concrete hulpmiddelen. De inzet van emissieloze machines (+2 ton/ + 125kW) o.b.v. uniforme standaarden is nog onvoldoende betaalbaar en schaalbaar vinden wij. ENI zet zich hier graag ook komend jaar voor in. Onze doelen en ambities zijn vertaald naar concrete speerpunten in het ENI-programma 2023.
Mobiele machines in de (land)bouw veroorzaakten in 2018 8% van de CO2-, 19% van de NOx- en 18% van de fijnstofuitstoot van het totale wegverkeer in Nederland.
Naast de bijdrage aan de generieke mondiale temperatuurstijging (> 2 graden) veroorzaakt dit een effect op de volksgezondheid. De maatschappelijke kosten van de totale uitstoot zijn berekend op € 1 miljard per jaar (Planbureau voor de Leefomgeving).
Momenteel worden bouwprojecten niet gestart onder invloed van de stikstof regelgeving en het ontbreken van heldere casuïstiek hoe stikstofeffecten kunnen worden gemitigeerd.
De sector levert een bijdrage aan de Green deal Duurzaam GWW 2.0 & Green Deal ‘Het Nieuwe Draaien’: Rijkswaterstaat en Waterschappen willen klimaatneutraal en circulair zijn in 2030.
Wetgeving is gericht op een zero-emissie bouwplaats vanaf 2026, zonder te weten of dit ook realiseerbaar en afdwingbaar is: uitstoot van eigen materieel van waterschappen en in te zetten materieel bij aanbestedingen maximeren (1 megaton CO2).
Het ‘Schone Lucht Akkoord’ versterkt dit doordat partijen streven naar een reductie van negatieve gezondheidseffecten van mobiele werktuigen van 75% t.o.v. 2016 en de ambitie hebben het groeipad naar zero-emissie mobiele werktuigen naar 2030 te versnellen.
ENI is een ecosysteem door de keten heen dat wil verbinden en zaken voor elkaar wil krijgen. De deelnemers zorgen als koplopers samen dat de emissieloze bouwplaats versneld wordt gerealiseerd. Verder zijn betrokken bij het programma: